Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Abram zeide tot Sarai: Zie uw dienstmaagd is [13]in uw hand; doe haar, wat goed is in uw ogen. En Sarai vernederde haar, en zij vluchtte van haar aangezicht. 13. Dat is, in uw geweld, onder uw gebied of macht, gelijk ook, hfdst.24 vs.10, en hoofdstuk hfdst.39 vs.4,6,8; Num.31:49; Joz.9:25; 1 Sam.14:48; 2 Kon.8:20. Abram wil zeggen: Ofschoon ik haar tot een tweede vrouw genomen heb, zo heb ik haar nochtans aan uw gebied niet onttrokken; daarom, zo zij misdoet, gebruik uw recht, als over ene die onder u staat.